Basistip 2: de forehand volley

De volley is een slag die veel tennissers afschrikt. De meeste tennissers bevinden zich alleen aan het net in de functie van netspeler in een dubbel. Maar de volley kan een zeer groot wapen zijn! In deze tennistip krijg je iets meer inzicht in de volley, zodat je er zelf aan kunt werken. We beginnen met de forehand volley.

Een volley is een andere slag dan de meeste slagen in tennis. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een forehand of een service, is een volley niet een slag in de meest letterlijke zin van het woord. Je maakt geen zwaai, maar je “stoot” met een korte beweging de bal over het net.

Hieronder vind je het stappenplan voor de forehand volley:

 

 

Gebruik de juiste greep

Aanbevolen voor een forehand volley (en ook voor een backhand volley) is de continental-greep, ook wel de tussengreep (op afb: nr. 5) genoemd.

Er zijn diverse trucjes om deze greep te vinden, een ervan is: probeer met de rand van je racket de bal enkele malen tegen de grond te stuiteren, en je zult zien dat je snel de goede greep te pakken krijgt.

 

Sta klaar in de juiste positie

Het racket boven de nethoogte ruim voor je, lichtjes ondersteund door je niet-dominante hand bij het hart van het racket, bijna haaks t.o.v. je onderarm. Zorg dat je in een actieve houding klaar staat, klaar om te volleren.

Na het raakpunt zwaai je nauwelijks uit

Zorg dat het racket aan dezelfde kant eindigt van je lichaam. Niet doorzwaaien dus, maar je arm enkel uitstrekken. Je kunt nu weer op tijd herstellen en klaar staan voor de volgende bal.

Enkele aandachtspunten:

Laat de bal niet in je lichaam komen, maar zoek hem op zodat je de bal goed voor je kunt raken. Je wilt bij elke volley een meter naar voren uitkomen.

Creëer voor jezelf altijd een mikpunt voordat je de volley slaat. Als je dit ad-hoc doet ben je te laat om te plaatsen en maak je fouten. Een voor de hand liggend richtpunt kan zijn: voeten tegenstander of midden door het veld (bij een dubbel tussen de spelers in).

Zorg ervoor dat je racketblad zoveel mogelijk boven de pols blijft. Die zorgt voor stabiliteit (stevige greep).

Zorg ervoor dat je pols een beetje naar achter ligt. Je arm en je pols vormen dus geen rechte lijn. De pols leidt de volley en je racketblad zit achter je pols.

Denk eraan, er is nu een hele hoop informatie op je afgekomen, maar probeer niet alles tegelijk! Oefen één of twee aandachtspunten per keer, en zoek de aandachtspunten die jij nodigt hebt. Dit hangt natuurlijk samen met je niveau. Ook is het belangrijk dat een volley vooral functioneel is.

Om dit alles nog eens goed te bestuderen kun je de volgende video’s bekijken.